Waarom veel vitaliteitsprogramma’s niet het gewenste resultaat behalen

Er wordt veel geld besteed binnen organisaties en de overheid aan het vergroten van de vitaliteit van medewerkers om burn-outs te voorkomen, ze fitter te krijgen en duurzamer inzetbaar te hebben.

In de afgelopen decennia is hier een toename in te zien en wordt er steeds meer geld besteed aan sportabonnementen en vitaliteitsprogramma’s, maar toch wijst uit dat het aantal burnouts stijgt. 

Volgens Volksgezondheid.nl ervaart inmiddels 17% van de werknemers burn-out achtige verschijnselen. De zorguitgaven voor burn-outs zijn inmiddels 34 miljoen!  In de periode 2007-2018 is het percentage werknemers dat aangeeft burn-outklachten te hebben licht gestegen. Tot 2013 verliep de trend voor mannen en vrouwen vrijwel gelijk. Vanaf 2013 is er een iets sterkere stijging te zien onder vrouwelijke werknemers dan onder mannelijke werknemers die aangeven burn-outklachten te hebben. Dit blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) onder werknemers (Hooftman et al., 2019). 

Dus waarom wordt er zoveel geld besteed aan burn-outs, maar komen er steeds meer mensen bij met burn-outs? Hoe kan het dat ondanks de vitaliteitsprogramma’s die overal beschikbaar zijn en worden aangeboden, het aantal burn-outs stijgt?

Hoe kan het dat medewerkers toch niet gaan sporten, al hebben ze een gratis sportfaciliteiten?

Waarom gaan ze niet gezonder eten, terwijl ze weten wat ze zouden moeten doen? 

Waarom nemen ze geen pauze?

Waarom blijven ze gestrest?

Waarom wordt er dan zoveel geld hier in gepompt met zo weinig rendement?

Nu, een eenduidig antwoord heb ik niet, daarvoor is dit onderwerp veel te complex. Maar dit zijn wel mijn gedachten erover.

Echt succes op het gebied van vitaliteit is volgens mij alleen te bereiken als de medewerkers intrinsiek gemotiveerd zijn en niet het gevoel krijgen dat ze ‘iets moeten doen’ zodat ze langer inzetbaar zijn voor het bedrijf of de organisatie. Want vaak gaat het hier mis. Er wordt de werknemer ‘iets’ opgelegd, wat, in de ogen van werknemer, weer bij het doe-lijstje komt, terwijl er al zoveel op het bordje van de werknemer komt.  Dat wat wordt ‘opgelegd’ (weliswaar onder de noemer ‘vrijwillige deelname’), is vaak in de vorm van een sportabonnement, een consult bij een diëtiste of een fietsplan.  

En daar doen sommige mensen aan mee. Of misschien wel het hele team. Maar gedurende het jaar, vallen er mensen af en is het ziekteverzuim nog steeds niet afgenomen. Hoe kan dit toch?

Laatst had ik een gesprek met een leidinggevende die me vertelde dat een werknemer graag, 1 dag per week thuis wilde werken omdat hij dan meer rust kon pakken en minder afleiding zou hebben van de afdeling. De leidinggevende wist niet goed wat te doen, want binnen de organisatie was dit niet gebruikelijk. Bovendien moest hij voor de rol wel op het werk zijn en wat zouden de andere medewerkers denken?   Ik heb deze leidinggevende uitgedaagd om buiten de kaders te gaan denken en zich af te vragen wat de bedoeling is van het werk van deze medewerker. Wat moet hij doen? Waar kan hij dat doen? Wat wil hij doen? Hoe doet hij het nu? Hoe kan het beter? Hoe vindt hij dat het beter kan? Wat heeft hij nodig om zijn werk goed te doen? Hoe kun je ervoor zorgen dat hij toch het werk een dag per week thuis kan doen? 

Wat er gebeurde, is dat het systeem van de organisatie (‘we hebben het altijd zo gedaan’) de leiding kreeg over wat nu eigenlijk de bedoeling is van deze medewerker: dat hij gezond, gelukkig en goed zijn werk kan doen.  En voor iedere werknemer is HOE hij dit kan doen, verschillend. 

Daarom werkt een ‘one size fits all’ vitaliteitsplan niet. 

Waar kun je volgens mij beter in investeren?

  • Vergroot het plezier op de werkvloer. Plezier vergroot natuurlijk de motivatie, bovendien activeert plezier dopamine, waardoor mensen meer leren en meer presteren. Maak een grap, een grol en doe eens wat vaker minder serieus. 
  • Investeer in relaties, échte verdiepende relaties. Lees hierover meer in ons blog: 3-tips-voor-betere-relaties-op-het-werk
  • Ga terug naar de bedoeling. Wat is de bedoeling van het vitaliteitsplan? Zodat je het hebt en het kunt ‘aftikken’?  Wat is de bedoeling van het vergroten van vitaliteit? Is het uiteindelijk niet omdat je mensen blij, gelukkig en gezond wil hebben? En mooi meegenomen is dat de duurzame inzetbaarheid hier ook door wordt vergroot? Straal uit naar je medewerkers dat je dit doet omdat je oprecht wilt dat de mensen gezond zijn en plezier hebben in hun werk, en niet omdat je alleen het ziekteverzuim wilt beperken. Mensen voelen dit namelijk feilloos aan.
  • Investeer in het vergroten van autonomie, competentie en relatie. Het dagelijks werk zorgt al dan niet voor de meeste stress. Als jij als leidinggevende er ‘altijd bovenop’ zit, en de werknemer een gevoel van autonomie wegneemt, zal dit voor stress zorgen. Als de medewerker niet het idee heeft goede relaties op het werk te hebben, vermindert dit het werkplezier en werklust. Laat de werknemer weten dat ze het kunnen en heb vertrouwen. 
  • Op het creëren van meer draagvlak onder de medewerkers; er zal geen éénduidig ‘one size fits all’ benadering zijn, want elk mens is anders en heeft andere waarden en drijfveren, zodat iedere medewerker iets anders nodig heeft.  Hoe krijg je dit draagvlak? Door afzonderlijk met iedere werknemer in gesprek te gaan. Ja, dit kost veel tijd maar a. mensen voelen zich gezien en gehoord, b. je zet ze in hun kracht doordat ze hun eigen doelen stellen  c. je bouwt aan de relatie wat ten goede zal komen aan het verminderen van stress.  
  • Als je gaat investeren in vitaliteit, het vergroten van werkgeluk of verminderen van de werkdruk,  is het per medewerker omschrijven van zijn of haar persoonlijke vitaliteitsdoel van belang. Leg het de werknemer niet op, maar laat het volledig uit de medewerker zelf komen. Investeer in het maken van concrete succesvolle doelen samen met je medewerker en laat de werknemer de regie hierin nemen, en wees oprecht geïnteresseerd in het behalen van de doelen. Kijk wat hij of zij nodig heeft om dit doel te behalen en kijk wat er ligt binnen jouw mogelijkheden om hem of haar hierin te ondersteunen.  

Succesvolle doelen voor elke medewerker behaal je doordat:

  • Je het doel laat bepalen onder de werknemers eigen controle én op zijn eigen initiatief
  • Het doel positief geformuleerd is
  • Het zintuiglijk specifiek omschreven én toetsbaar is. Hoe voelt het als jij het doel behaalt? Hoe ziet het eruit? En hoe wéét je dat het doel is behaald?
  • Is het ecologisch verantwoord? Oftewel, wordt de omgeving er ook beter van?
  • Is het tijdskader en context duidelijk?
  • Is de eerste stap gespecificeerd en haalbaar? Met een klein stapje beginnen vergroot het succes. 

“Leiders vertellen je niet wat je moet doen, die laten zien hoe het kan’

Marije ©

p.s. Wil je een ‘Zet je brein in voor minder werkdruk en meer werkgeluk’ bijwonen of hosten op jouw werk of binnen jouw organisatie? Laat het ons weten en lees meer hier

 

 

Hoe eet je voor een gezond brein (en 3 tips!)

Ik krijg regelmatig de vraag wat ik eet en leg dan uit dat ik voeding eet dat leeft, dat nog herkenbaar is en zo dicht mogelijk bij de natuur. Mijn voedsel wil ik nog herkennen zoals het in de natuur voorkomt.

Maar naast dit, is er nog een aantal dingen die ik doe om niet alleen fit te blijven, maar ook om een gezond en helder brein te hebben. Ik merk namelijk dat als ik een periode heb waarin ik even wil snoepen, ik ook minder helder kan nadenken en het is alsof er een soort wolk voor mijn bewustzijn zit.

Volg ik gewoon mijn ‘protocol’, dan voel ik me gewoon het best en het meest helder.

Voeding heeft dus niet alleen invloed op je lijf maar natuurlijk ook op je brein: op je denken en dus ook de keuzes die je maakt.

Een jaar of 6 geleden inmiddels heb ik mijn levensstijl compleet omgegooid. Ik kwam erachter dat ik niet gezond was: ik was vrijwel altijd in een gestreste staat, mijn lichaam stond altijd ‘aan’. Daarnaast voelde ik me vaak depressief. Ik gooide mijn levensstijl om stap voor stap. Ik begon met het weggooien (letterlijk: een vuilnisbak vol met snoep, verpakt voedsel en suiker) van verwerkt, goedkoop eten en begon alles zelf te maken. Ik besloot een opleiding te doen tot food coach, omdat ik zo nieuwsgierig was naar hoe ik, en mijn familie, zo gezond mogelijk kon eten.

 Ik stopte met gluten en met melk en langzaam begon ik paleo te eten. Paleo is het ‘jagers/verzamelaars’ dieet: ook wel bekend als het paleolithische dieet of holbewoner dieet. Het menselijk lichaam heeft zich al meer dan 2 miljoen jaar ontwikkeld met wat we gewoon in de natuur tegenkwamen: vlees van wild, vis, groenten, wilde vruchten, eieren en noten. Ofwel: eet wat je tegenkomt in de natuur.

Mijn lijf veranderde, ik werd fitter en sterker. Ik dacht dat ik me niet beter kon voelen. De wolk voor mijn bewustzijn verdween steeds meer. Toch was ik vaak nog redelijk gespannen en ook moe.

Totdat ik in contact kwam met een holistische tandarts. Ik had sinds mijn jeugd een aantal amalgaamvullingen en wortelkanaalbehandelingen. Mijn tanden waren niet echt in goede staat. Hij legde mij uit dat als ik daar niks aan zou doen, mijn gezondheid negatief beïnvloed zou worden. Het was een hele investering, maar onder begeleiding van deze tandarts startte ik een protocol dat 2 jaar zou duren. De tandarts verwijderde mijn amalgaamvullingen (amalgaamvullingen bevatten mercury, een van de meest giftige stoffen op aarde. Dat had ik in mijn mond en elke dag slikte ik wat mercury in…) en verwijderde de kies met de wortelkanaalbehandeling. Daarnaast werd ik op een streng dieet gezet, wat ik uiteindelijk heb overgenomen als levensstijl. Het dieet bestond uit 3 maaltijden per dag, voornamelijk paleo, maar met een beperkte aantal koolhydraten en veel vet.  Dat was best even pittig. Mijn lijf was, ondanks een jaar of wat paleo, zo gewend aan het verbranden van koolhydraten, dat ik door een stevige afkickperiode ging. Ik weet nog dat ik in het begin zo vermoeid was, ik begreep er niks van.  De tandarts legde me uit dat ik aan het detoxen was: mijn lijf was allemaal afvalstoffen aan het uitscheiden uit de spieren en de organen, dat ik me vermoeid voelde. Naast het eten deed ik ook allemaal detoxes zoals vitamine C – flushes en ghee flushes.

Na een jaar of 2 voelde ik me ‘on top of the world’!  Ik merkte dat het eten van weinig koolhydraten en veel meer vet, de sleutel was tot me fit voelen.

Ik hoor vaak dat mensen koolhydraat arm gaan eten, en ze zich vaak lusteloos en moe voelen. Ook is het moeilijk vol te houden. Ik vraag dan: wat gebruik jij als energiebron? Die vraag begrijpen ze niet altijd.

Laat het me uitleggen.

In de laatste jaren zijn we “gebombardeerd” met het idee dat vet slecht voor ons is. Ons is vele jaren verteld om volgens de schijf  van vijf of voedselpyramide te eten, dat is gebaseerd op het standaard Amerikaanse dieet (en hier en daar aangepast).   Deze schijf van vijf adviseert koolhydraten als verbrandingsstof en weinig vet, want dat zou slecht zijn voor het hart (er zijn inmiddels talloze onderzoeken die het tegendeel bewijzen, volg de Resources onderaan). Maar niks is minder waar: als we vet beginnen te verbranden voor energie, heb je veel langer energie. Insuline speelt hier een hele belangrijke rol in.

Insuline maakt deel uit van een complex hormonaal en neuraal systeem dat alle delen van het lichaam aantast en wordt geproduceerd door de alvleesklier. Het helpt bij het reguleren van voedingsstoffen en energie rond het lichaam.  Het is de hoofdtaak om glucose (koolhydraten) in de cellen te plaatsen zodat het voor energie kan worden gebruikt.

Door koolhydraten gaat je bloedsuikerspiegel namelijk omhoog en omlaag, met pieken en dalen, zorgend voor korte energie ‘spikes’, maar hierdoor moet de alvleeskleer heel hard werken. 

 

Zoals je in de grafiek kunt zien, kun je zien dat koolhydraten (zoals brood, rijst, enz.) je bloedsuiker na het eten verhogen. Het betekent dat je alvleesklier veel werk moet verzetten om die koolhydraten te verwerken. Je zult een opleving voelen nadat je de koolhydraten hebt gegeten, maar binnen een uur of twee is je bloedsuikerspiegel erg laag (vanwege de insuline) en heb je weer honger.. en je zult vet opslaan.

Je kunt ook zien dat eiwitten en vetten niet zo veel de bloedsuiker verhogen. Vooral vetten hebben nauwelijks invloed op je bloedsuikerspiegel. Dat betekent dat er MINDER insuline nodig is om glucose in de cellen te verplaatsen. Dus als je minder koolhydraten eet, en meer vetten, zorg je ervoor dat je bloedsuiker stabiliseert. Je lijf gaat dan vet gebruiken als energiebron, maar dan moet je wel vetten eten.

Want een uitgebalanceerde bloedsuikerspiegel zorgt ervoor dat je:

– geen honger hebt

– je minder behoefte hebt aan suiker en snacks

– Minder moe bent en meer energie hebt (gedurende de hele dag, dus geen ‘after dinner dips’ of je echt koffie nodig hebt rond 10 uur ’s ochtends)

– Minder stemmingswisselingen ervaart

– gewicht verliest

– minder vatbaar bent voor ziekten en aandoeningen

Je kunt je voorstellen dat als je dus je bloedsuiker stabiliseert en vet gaat verbranden voor energie in plaats van koolhydraten, dit ook goed werkt voor je brein.   Het was dus geen wonder dat ik me steeds beter ging voelen! 

Na verloop van tijd kwam ik in aanraking met Intermittent Fasting. Dit houdt in dat je tussen de 16 en 18 uren per etmaal vast, en in de andere 8 tot 6 uur kunt eten. Intermittent Fasting heeft talloze voordelen (zie hier 4) zoals betere slaap, het helpt ontstekingen tegen en helpt het hongerhormoon te onderdrukken. Wat er ook gebeurt, is dat je lijf door het vasten vetten gaat verbranden in plaats van koolhydraten. Hierdoor krijg je veel meer energie. Wetenschappelijk onderzoek heeft ook aangetoond dat Intermittent Fasting de ‘Brain Derived Neurotrafic Factor (BDNF) verhoogt, dat verantwoordelijk is voor het groeien van nieuwe neuronen en nieuwe verbindingen aangaat in het brein. Hierdoor is het een natuurlijk antidepressivum.

Ook helpt intermittend fasting bij het jonger blijven van je brein.  Lees meer hier voor de voordelen van Intermittent Fasting voor je brein.

Inmiddels vast ik al een aantal jaren en is het voor mij een levensstijl geworden. Op de enkele keren dat ik mijn vasten en eetpatroon breek op bijvoorbeeld op vakantie (een lekker ijsje in Italie of zo…) of chocolade neem (ook ik geniet van de geneugten des levens), val ik na verloop van tijd weer terug op dit eetpatroon en levensstijl omdat ik me dan gewoon echt het allerbest voel. Niet alleen in mijn lijf, maar ook in mijn hoofd. 

Hoe kun jij beginnen om je brein te voeden? Hieronder 3 tips!

  1. Begin met het uitruimen van je voorraadkasten, keukenkastjes en je koelkast. Gooi alles weg dat verpakt is. ‘Out of sight, out of mind’. Als je het niet in de kast hebt liggen, kun je het ook niet eten, dus zul je betere keuzes maken die wel beschikbaar zijn. Vul je koelkast met verse groenten, eieren, ‘grassfed’ vlees (als je vlees eet, maar je kunt dit ook prima doen als je vegetariër bent) en boter. Koop ongebrande noten als snack.
  2. Neem kleine stapjes. Verwacht niet van jezelf dat je in 1 dag over kunt stappen. Neem er de tijd voor en kijk welk stapje je nu kunt nemen. Begin bijvoorbeeld met het stoppen met eten van verpakt voedsel voordat je je hele eetregime omgooit.
  3. Maak het simpel en doe niet moeilijk. Ja, je hebt feestjes, netwerkochtenden, verjaardagen en noem maar op. Verwacht niet van jezelf dat je gelijk alles goed moet doen. Pak het beste voedsel dat je op dat moment kunt nemen en geniet ervan.

 

Meer weten?

Marije is NLP Master Practitioner, NLP Coach en gecertificeerd Food Coach. Stel je vragen gerust!

Resources:

  1. https://lowcarbdownunder.com.au/resources/
  2. https://www.medicalnewstoday.com/articles/322194.php#1
  3. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/18805103
  4. https://www.mercola.com/infographics/intermittent-fasting.htm
  5. https://neurotrition.ca/blog/intermittent-fasting-better-brain-health